Botswana Okavango Delta - Moremi NP 2009

RICK BACK IN THE BUSH

De meeste van mijn gasten op de lodge vragen dezelfde vragen: waar kom je vandaan, woon je hier met je familie, gaat je dochter al naar school, blijf je hier nog lang. Dag in dag uit. Week in week uit. Maand in maand uit. Met zo‘n twee tot 5 briefings per dag kan ik je verzekeren dat na bijna zes maanden je eigen verhaal je de keel gaat uitkomen. Je haat je eigen verhaal, je eigen grapjes, je eigen stem. Gelukkig kunnen de gasten het nog steeds waarderen. Maar als je eenmaal op zo‘n moment bent aanbeland dan rest nog maar een ding: weg van de lodge en terug naar de bush. Tenminste, dat is voor mij het beste medicijn...

Dus daar ging Rick, 6 dagen zonder zijn vrouwen, de bush in. Botswana ligt om de hoek dus lagen er 2 dagen in de Okavango Delta en 4 dagen in Moremi National Park in het verschiet. Voor de safari-kenners onder u een likkebaardend- lekkerlessende combi. Voor de leken onder u: schaamt u en ga lezen over Afrika. Een uurtje in de bus en ik sta bij de grensovergang van Kazangula, zoals vanouds heerlijk chaotisch met hordes Zambianen die me proberen een triljoen bankbiljetten van Zimbabwe te verkopen als souvenir. Ik trek mijn portemonnee te voorschijn en trek een pakket Zimbabwe-dollars eruit. Hoeveel biedt je voor deze, vraag ik de verbouwereerde Zambiaan? Ewe, I am Zambian, try the real tourists, waarop hij zich tot het Duitse meisje wendt dat met dezelfde bus is gekomen.

Eenmaal de Zambezi overgestoken wacht ik op de luchthaven van Kasane op mijn vlucht. Ik vlieg met Moremi Air, dat is al dat ik weet. Na een uurtje wachten komt een blonde struise jongedame de hal ingelopen op zoek naar passagiers. Aha, de stewardess, veronderstel ik. Kordaat stapt de dame op me af en vraagt me of ik met Moremi Air vlieg. Ja hoor, zeg ik opgewekt. Dat wordt toch nog een leuk vluchtje! Met 5 passagiers stappen we de hal uit op weg naar het pietepeuterige vliegtuigje. De andere passagiers vliegen naar Maun, ik word onderweg in niemandsland gedropt midden in de bush op een plek die Kwara heet. Een uurtje vliegen, zo wordt me verteld. De anderen moeten bijna 2 uur in het doodskistje doorbrengen. Dan wordt onze stewardess erop geattendeerd dat er nog een vliegtuigje staat die direct op Maun vliegt. Daar hebben de andere passagiers wel oren naar. En tja, daar sta ik dan alleen met de blonde jongedame bij het doodskistje. Het wordt steeds mooier...

Ik mag een plekje uitzoeken (er zijn maar 5 stoelen) en vraag me af waar de piloot is. De blonde jongedame gaat voorin zitten. Vreemde plek voor een stewardess, denk ik nog. Als de blondine vervolgens de motor van het doodskistje start besef ik me dat de blondine mijn prive-piloot is. Kan het nog beter? Ze mag dan wel blond zijn maar vliegen kan ze. Gelukkig maar want in dit doodskistje voel je elk zuchtje wind. Een uur lang vraag ik me af of ik een praatje kan aanknopen met de blondine. Ik ben immers op vakantie? In de tussentijd verandert de aarde van Chobe National Park naar de Okavango Delta, grofweg van droog naar nat zeg maar. De Kwara airstrip is een strookje zand temidden van een onmetelijke wildernis. De blondine landt het doodskistje met uitzonderlijke efficiency en er staat al een stoere auto op me te wachten. Ik stap uit, de blondine geeft me mijn tas en zonder een woord te wisselen stapt ze in en vliegt weer weg. Een illusie armer stap ik in de auto.

Kwara Camp ligt in de Okavango Delta, een van de meest unieke wetlands ter wereld. Daarnaast ligt het ook in een van de meest stabiele en economisch sterke landen van zuidelijk Afrika, te weten Botswana. Gelukkig maar, want de Okavango is ook een heel fragiel gebied. feitelijk is het de Okavango rivier die uit Angola komt die hier zijn einde vindt. De rivier loost haar water in de Kalahari woestijn en die combinatie levert een van de meest unieke natuurgebieden op aarde op. Dat weten wij mensen sinds kort, maar de dieren weten dat al heel lang. Daarom wemelt het hier ook van het wild. En daarvoor ben ik gekomen.

Gewapend met mijn cameras, die ik weer uit het stof moest halen, ga ik tweemaal per dag op pad in de stoere wagen op zoek naar leeuwen, luipaarden, buffels en olifanten. De mede-passagiers komen uit Engeland, Frankrijk en Japan. Alleen met de Engelsen heb ik contact; de Fransen weigeren iets anders dan Frans te spreken en de Japanners kunnen niet anders dan Japans spreken.

Kwara Camp is eigendom van Kwando Safaris en die gebruiken een uniek type auto: de Uri. Die komt uit Zuid-Afrika en is feitelijk een leger-voertuig. Tjonge, wat een tank van een wagen. Hij gaat werkelijk overal doorheen. Of het nu 1,5 meter diep water is, een zandduin waarin we 1 meter wegzakken of modder welke ons langzaam opslurpt, de Uri is onze held. De gidsen vinden het blijkbaar ook geweldig want ze crossen door de bush alsof het een lieve lust is. Wat nou gebaande paden, we maken gewoon hele nieuwe! De ongeschreven wet dat je in de bush zo min mogelijk van de bushroads afgaat is niet aan Kwando besteed. Het is natuurlijk geweldig om met de Uri door een meer te rijden waar het water over de motorkap stroomt teneinde een luipaard te vinden, maar de natuur gaat helemaal naar de knoppen. Verbijsterd zit ik op de Uri. En de luipaard vinden we niet.

De sporen wel. Die vonden we namelijk naast mijn tent-op-platform dezelfde morgen. terwijl ik vredig lag te snorren was mevrouw luipaard polshoogte komen nemen. Waarschijnlijk klonk mijn snorren als het tevreden gespin van een stoer mannetjesluipaard. Maar bij die sporen bleef het dus.

Leeuwen vonden we wel. Maar ik ben niet zo‘n leeuwen-man. Natuurlijk ben ik een beetje verwend, maar ja, leeuwen slapen nu eenmaal 20 uur per dag dus de kans dat je ze in die toestand aantreft is heel groot. Het wordt pas interessant als ze gaan jagen, maar dat doen die beesten bij voorkeur op tijdstippen dat wij mensen meestal een tukkie doen. En ook nu was dat het geval. De leeuwen die we vonden lagen nog op hun bed met een buikje vol van een nachtelijke jacht.

Eigenlijk viel het wild bij Kwara wat tegen. Het gras stond nog erg hoog na de regens en het water steeg nog steeds waardoor dieren zich sterk concentreren in drogere gebieden. En Kwara is daar niet een van. Misschien dan het volgende kamp? Dat kamp heeft een onuitsprekelijke naam. Xakanaxa. Fonetisch wordt het Kakanaka met de nadruk op de tweede lettergreep. De transfer van Kwara naar Xakanaxa ging via het water. We scheerden op een speedboot door een van de natuurlijke kanalen van de Okavango op weg naar Moremi National Park.

De ontvangst bij Xakanaxa was er niet. Ze hadden me niet verwacht. Of ik een voucher had. Jawel hoor. Oeps, men had mij over het hoofd gezien. Gelukkig hadden ze nog een tent over maar die moest even worden klaar gemaakt. Of ik even in de lounge wilde relaxen. Geen probleem natuurlijk. Een uur later ga ik toch maar eens vragen hoe het ermee staat. Oeps, waren ze me weer vergeten. Tja, TIA. This Is Africa...

Xakanaxa is een erg leuk kamp met veel oog voor detail. Mijn complimenten. We reden niet rond in Uri‘s maar in Landrovers waar overigens niks mis mee is. Mijn gids was Metzi. En mijn safarigenoten kwamen uit Australie, USA en Spanje. En het werd een gezellige bende.

De tijd bij Xakanaxa stond eigenlijk niet in het teken van het wild maar van Barcelona. Op 27 mei was de finale van de Champions League tussen Manchester United en Barcelona. De Spanjaarden bleken fervent fans te zijn van Barcelona en alleen omdat dit hun huwelijksreis is zijn ze niet in Rome om hun team aan te moedigen. Juan is een wandelende encyclopedie en weet alles, maar dan ook alles over Barcelona. Ik mag ook graag voetbal zien dus ik vind het allemaal niet erg. De Autstraliers weten niet zoveel over voetbal maar doen graag mee in het enthousiasme. En dat geldt ook voor de Amerikanen, die gelegerd zijn in Sudan dus alles wel best vinden als ze maar weg zijn van hun thuisbasis.

Gids Metzi is onze held. Niet zozeer omdat hij zo‘n goede gids is maar meer omdat zijn naam verdacht veel lijkt op de beste speler van de wereld, Lional Messi. En die Messi speelt dus voor Barcelona. Terwijl we op de auto zaten en ons vergaapten aan Tsessebes en African Wild Dogs bespraken we de wedstrijd. Dat klinkt dubieus maar het was uitermate vermakelijk.

En net als Lionel Messi heeft Metzi een uitstekende sprint. Waar voor Messi de bal als-een-rode-lap-op-een-stier werkt, is dat voor Metzi de melding dat er een leeuw of luipaard is gesignaleerd. Hij zegt ons letterlijk hou-je-vast en hij scheurt er vandoor. Ik heb heel wat meegemaakt in de bush maar Metzi maakt het wel heel bont. Met maar liefst 80km per uur scheurt hij door de bush op jacht naar het arme luipaard. Wij stuiteren er flink op los achter op de landrover. Max de Australier knikkert bijna overboord. En als Metzi met razende vaart over een boomstronk scheurt wordt ik gelanceerd. Met een knal klapt mijn kop tegen een ijzeren stang van het canvas dak. Ik zie overal sterren en mijn nek en kop voelen alsof ik een klap van de malle molen heb gehad. De luipaard bereiken we, maar in het begin zie ik er wel 3. Metzi jongen, dit zal ik me nog lang heugen. Ik ben blij dat het geen hersenschudding is, want dat had het net zo goed kunnen zijn.

Moremi is een beetje drukker geworden sinds de laatste keer dat ik er was. De eerder besproken luipaard (ja, het was er maar een en geen drie) zagen we met maar liefst 11 (!!!) andere autos. Tja, dat haalde er wel een beetje de charme af voor mij hoor. File in de bush zeg maar. Ook in Moremi was het wild wat schaars. We zagen leeuwen, die ene luipaard en een keer enkele schimmen van wild dogs, maar het was niet uitbundig. verwend jongetje, zullen jullie denken. Misschien. Maar ik kan inmiddels heel wat vergelijkingen maken natuurlijk.

Metzi bedoelde het allemaal goed maar zijn geloofwaardigheid was hij al snel kwijt bij me. Op de eerste dag wist hij ons te vertellen dat hippos 5 minuten onder water kunnen blijven (heel goed dacht ik nog) om er in een ademteug aan toe te voegen dat als ze werkelijk willen ze wel anderhalf uur onder water kunnen blijven. metzi toch, wat een onzin! Ik vertel het hem als hij me afzet bij de airstrip van Xakanaxa voor mijn terugvlucht. Nee nee, het is echt waar, ik heb vroeger veel hippos gejaagd, en dan verdwenen ze onder water en zagen we ze soms niet voor anderhalf of twee uur. Tegen zoveel logica kan ik niet op. Schouderophalend stap ik in het tweede doodskistje. En deze keer niet een struise blondine achter het stuur maar een kleine donkere Zweed.

Click for English © copyright on all pictures by Rick Versteegh. No picture or image may be copied, printed or reproduced without written permission